Rode en witte bessen
Plantafstand: 75 cm bij hagen en 125cm als solitair.
De beste tijd om te planten is in het najaar, als de grond nog warm is, want dan groeien de wortels nog, maar in het voorjaar lukt het met wat extra zorg ook uitstekend.
Snoeien: het jaar na aanplanten (tweede jaar) worden de takken voor éénderde teruggesnoeid. De snoei in de zomer beperkt zich tot het weghalen van de scheuten die uit de grond komen. In de volgende zomer worden ook weer de overtollig grondscheuten weggehaald, op een enkeling na die nodig is als gesteltak. Tweejarig hout geeft de beste vruchten en de langste trossen; de beste methode zal dus tussen lange en korte snoei in liggen.
Lange snoei: In de winter halen we de zijtakken weg die te zwaar zijn.
Korte snoei: Groeien de takken te snel dan kunnen ze wat geremd worden door de top weg te halen; dat bevordert de vorming van zij(vrucht)hout.
Zwarte bessen
Plantafstand: 75 cm aan de haagΒ 125 cm als solitair.
Zwarte bessen dragen het beste op eenjarig hout. De struiken worden daarom iedere winter teruggesnoeid tot op eenjarige takken. Na het planten worden de takken teruggesnoeid tot op 20 cm. De jaren daarna worden de meeste grondscheuten weggesnoeid, tenzij ze nodig zijn voor gesteltak. Slecht en dun eenjarig hout snoeien we ook weg.
Het beste kunnen de zwarte bessen al gesnoeid worden direct na de oogst. Het eenjarige hout heeft dan de kans zich beter te ontwikkelen. Voor de oogst snoeien kan eventueel ook, je neemt dan de takken met bessen en al mee naar binnen en kan thuis aan tafel de bessen eraf halen.
De gesteltakken vormen de basis, het raamwerk van de plant. Een gesteltak gaat een paar jaar mee en wordt dan vervangen door een nieuwe. Een oude gesteltak wordt best vervangen door een tak van 2 jaar oud.