Morus Alba Macrophylla
Dakbomen
Dakbomen zijn bomen die je in een ‘parasolvorm’ dwingt. Door de takken te leiden en ieder jaar goed te snoeien kun je de boom op hoogte houden en de breedte bepalen.
Voorbeelden van dakvormen
We lichten een aantal mooi voorbeelden van een dakbomen uit.
Morus alba ‘Macrophylla’ – moerbei
Het voordeel van een moerbei is dat de boom geen stof afgeeft als je de oom boven een terras plant. Een dakplataan wordt ook veel als dakvorm gebruikt, maar heeft als eigenschap dat de bladeren stof afgeven wat een allergische reactie teweeg kan brengen. Het planten van een dakplataan boven een terras is dus geen goede keuze. Enkele kenmerken van de moerbei zijn:
- Kleine boom
- Bladverliezend
- Hoogte circa 5 m
- Groot frisgroen blad
- Kleine eetbare vruchten
- Kalkminnend
- Goede grond toevoegen
Bekijk hier de specificaties.
Quercus palustris – moeraseik
De Quercus palustris noemt men ook wel ‘de moeraseik’. Deze eik dankt haar naam aan de omgeving waarin ze groeit: moerassen. Ze gedijt dan ook goed in vochtige grond. Enkele kenmerken van de moerasei zijn:
- Breed uitgroeiende boom
- Bladverliezend
- Hoogte: 20 meter, in leivorm lager
- In dakvorm lager en minder breed
- Frisgroen blad
- Herfstkleur diep donkerrood
- Niet te droge grond
- Goede grond toevoegen
Bekijk hier de specificaties.
Liquidambar styraciflua – amberboom
Tot slot hebben we nog de Liquidambar styraciflua, ofwel de amberboom. Deze boom staat bekend om haar sierlijke herfstkleuren. Enkele kenmerken van de amberboom zijn:
- Piramidale bladverliezende boom
- Hoogte circa 10 – 12 m
- Smalle kroon circa 4 meter
- Kurklijsten op stam en takken
- Herfstkleur geel tot rood
- Op een zonnige vochtige plek is de herfstkleur intenser
- Goede grond toevoegen. Kan nat staan.
- In bol-, zuil-, lei- of dakvorm te verkrijgen.
Bekijk hier de specificaties.
Dakbomen